Hendrik Hendriks Luijjers (AKA Leurs) ±
1752-1818 tr Willemijntje (Willempje)
Santkamp ± 1750-1817
Kinderen:
Hendrik Luijers (Aka Leurs) Leurs 1775-1820
Hermanus (Manus) Leurs
1776-1845 Albertina (Alida
Albertje) Donker 1784-1842
Quliemus (Willem) Leurs 1779-1852
Franciscus Leurs 1781-????
Martinus Leurs 1782-????
Hendrikje Leurs 1783-????
Hermanus (Manus) Leurs
1776-1845
Albertina (Alida Albertje) Donker
1784-1842
Kinderen:
Henrica Leurs 1804-????
Jannetje Leurs 1805-1861
Gerardus (gerrit), ged. te Ankeveen 28 jul 1806, ovl.
te Ankeveen 29 jun 1862
Cornelis Leurs geb. te
Nederhorst den Berg 13 dec 1812
Timotheus (Tijmen), geb. te Nederhorst den berg 20 aug 1813
Albert Leurs
25 feb 1819 tr
Neeltje Portengen
Albert Leurs
25 feb 1819 tr
Neeltje Portengen
10 Kinderen:
Hermanus(Manus) Leurs
Nicolaas 1852
Alida 1853
Gerardus 1854
Marretje 1855
Petrus 1856
Margarethe 1859
Timotheus(Tijmen) 1860,
Gerritje*1863
Albert *1866.
|
|
Schilderij van Neeltje van Leijen van de Bunt.
bedankt Piet
Hermanus(Manus) Leurs
1850 trouwd op 26 juli 1880 te Ankeveen
Jansje Ketelaar
+- 1849
Cornelia (Neeltje) Leurs
Neel van de Hut
werd geboren op 6 januari 1882 in
de ‘twaalf huizen’ (zie WieWatWaar 9 februari 2011
Nog geen 4 weken na
de geboorte van Neel overleed
op 3 februari 1882 haar moeder, 32 jaar oud. Een complete
ramp voor Manus want ‘hoe moet het nu verder?.
|
|
De kleine wereld van Cornelia Leurs
“Dicht bij het dorp, maar midden in het plassengebied,
woonde in een zelfgebouwd houten huisje een geheimzinnig vrouwtje die de
bijnaam had van ‘Neel van de hut’. Zij leefde er alleen een zeer pover
bestaan. In de zomerdag werd zij nog wel eens bezocht maar wanneer in de
winter sneeuw en ijs de plassen bedekten keek helemaal niemand meer naar
haar om” aldus een van de vele volksverhalen die over haar verteld en
geschreven worden.
Om nu te voorkomen dat zij voorgoed wordt opgenomen in het rijk der
schimmen en geheimzinnige vertelsels volgt in twee delen het werkelijke
verhaal over haar bestaan. Cornelia (Neeltje) Leurs werd geboren op 6
januari 1882 in
de ‘twaalf huizen’ (zie WieWatWaar 9 februari 2011) uit het huwelijk
tussen Hermanus (Manus) Leurs (*1850) en Jansje Ketelaar (*1849). Nog
geen 4 weken na de geboorte van Neel overleed op 3 februari 1882 haar
moeder, 32 jaar oud. Een complete ramp voor Manus want ‘hoe moet het nu
verder?.’ Nu stond er op het bidprentje wel geschreven: ‘Werpt gij mijn
echtgenoot, al uwe bekommernissen op God, want Hij is voor u bezorgd’ de
werkelijkheid vertelde hem dat er gewerkt moest worden. Geen werk
betekende immers ook geen inkomen, ‘maar wie zorgt er dan voor het
kind?’. In de boekenvan het r.-k. armbestuur uit de jaren tachtig van de
19de eeuw wordt geen enkele melding gemaakt van enige financiële hulp
voor Manus. ‘Hulp’ betekende immers elke zondag verplicht naar de
Hoogmis, plaatsnemen op de achterste bank en na afloop wachten op de
goedgeefsheid van de armmeester. Opgegroeid in de vrije wereld van de
Ankeveense plassen voelde Manus zich kennelijk niet geroepen mee te
lopen aan de leiband van het armbestuur. Goede raad was duur.
Tenslotte werd Neeltje bij opa Albertus (Bertus) Leurs (*1819) en oma
Cornelia (Neel) Leurs-Portengen (*1822) gebracht die in een klein houten
huisje op de hoek Dammerkade-Oude Goog woonden en er ter plekke een
klein vissersbedrijfje op nahielden. Opa en oma Leurs kregen in het
huisje 10 kinderen.
In 1882 woonde opa en oma en hun zoon Tijmen er nog. Waarschijnlijk
zullen de grootouders van Neeltje gedacht hebben: ‘Och, waar tien
kinderen zijn grootgebracht is er ook nog wel plaats voor een elfde’.
Toen Manus op 3 oktober 1885 hertrouwde met Elizabeth Hagen bleef
Neeltje bij haar grootouders op de Dammerkade wonen. Hoe zij haar eerste
levensjaren op de Dammerkade heeft doorgebracht verteld de geschiedenis
ons helaas niet. Ongetwijfeld zal zij aan de hand van opa en oma het
dorp hebben bezocht, boodschappen hebben gedaan en waarschijnlijk ook
elke zondag de mis hebben bijgewoond in Sint Martinuskerk op het
Hollands End. Trouw aan de Kerk bleef zij haar leven lang. Bij elk
kerkbezoek zat zij dan op de achterste bank en was na afloop als eerste
weer verdwenen. Ondanks dat de leerplichtwet pas op 1 januari 1901 van
kracht werd valt aan te nemen dat Neeltje gewoon de openbare school in
het dorp heeft bezocht. De Nederlandse taal was niet haar beste
eigenschap maar van rekenen wist zij alles af.
Bijna ongestoord kabbelde het leven in en rond de visserswoning op de
Dammerkade zich al vele jaren lang voort. De opbrengst uit de tuin rond
het huisje, enkele geiten, schapen, kippen en een koe waren met de
visvangst, goed voor het dagelijks bestaan. Een deel van de opbrengst
werd in het dorp verkocht waarbij dan weer de aardappelschillen en
overige etensresten werden opgehaald om het vee mee te voeden. Af en toe
werden er strikken gezet van paardenhaar of koperdraad om patrijzen,
fazanten of hazen mee te vangen.
Het huisje van opa Bertus en oma Neel zag er eenvoudig uit.
Als je de ‘voordeur’ open deed, kwam je eerst in een soort van
klompenhokje van zo’n twee bij twee meter. Meteen links om de hoek hing
altijd een jachtgeweer. Vanuit het klompenhokje was je in één stap in de
‘woonkamer’, die meteen dienst deed als keuken. Daar stond een
eigengemaakte uittrektafel met er omheen enkele houten stoelen met
rieten zittingen en langs de wand een bankje waar kinderen op konden
zitten. Naast het woonvertrek was een kleine ruimte waarin een
eigenhandig gemaakt ledikant stond en enkele dito bedsteden. Onder de
bedstede lag de winterproviand in aardewerkpotten opgeslagen. Het vee
stond in een houten aanbouw aan de zij kant van het huisje. De kippen en
eenden liepen overal vrij rond. Van waterleiding en elektriciteit hadden
Bertus en Neel nog nooit gehoord. Op 18 januari 1893 overleed
onverwachts ‘in den ouderdom van bijna 74 jaren’, Albertus
(Bertus) Leurs. Beweert wordt dat de Bertus de ‘hut’ gebouwd heeft. Dat
moet dan geweest zijn omstreeks 1840-45. In die jaren verlieten immers
de laatste verveners het Stichts Ankeveense poldergebied met
achterlating van een enorme waterplas waarvan zich aan de rand hier en
daar wat vissersbedrijfjes vestigden. Nauwelijks had Neeltje het
overlijden van haar opa verwerkt toen in 1896 op 74 jarige leeftijd oma
Cornelia (Neel) LeursPortengen overleed. Neeltje was inmiddels 14 jaar
geworden.
deel 2
Neeltje (14 jr.) was inmiddels Neel geworden. Haar grootouders waren
kort na elkaar overleden. Terwijl (ome) Tijmen Leurs in de polder of
elders aan het werk was berustte de huishoudelijke taak nu grotendeels
op de schouders van Neel.
Er was van alles te doen. De zorg voor eten en drinken, het huisje
schoonhouden, de zorg voor de dieren rond het huis, de was doen enz.
Gewassen werd er aan de waterkant waar trouwens ook de‘poepdoos’ stond.
Bij elk bezoek aan het dorp bezocht zij ook haar vriendin Lien Verhoeven
(*1886 - †1978). Lien was de dochter van Johannes (Jan) Verhoeven en
Maria (Mietje) Taling en kwam uit een gezin van 8 kinderen. Lien woonde
recht tegenover het r.-k. kerkhof, was vrijgezel, naaister van beroep en
kon Neeltje op talloze wijze helpen en soms ook nog wel eens troosten.
Van enige technische vooruitgang was er aan het begin van de 20ste eeuw
in Ankeveen nog nauwelijks iets te merken. Het Stichts en Hollands End
was niet meer dan een zanderig pad en werd zodra de regentijd inzette
voor menigeen bijna onbegaanbaar. Tijdens een bezoek aan het
kruidenierswinkeltje van Mietje Logge (in het midden van het dorp en
later de winkel van Gerrit Veenman) kwam er plotseling een wagen
aanrijden zonder dat er een paard aan te pas kwam. ‘Wie gaat er nou in
hemelsnaam op zo’n ronkende en duivelse koets zitten?’ zeiden de
bezoekers in het winkeltje tegen elkaar. ‘Wie iets te vervoeren heeft
gebruikt toch gewoon paard en wagen of, als het kleine vrachtjes zijn,
de hondenkar. En dan zijn er trouwens ook nog de beurtschippers. Elke
dag vertrekken zij vanaf het ‘Polderhuis’ richting Weesp, Amsterdam of
nog veel verder. Het is toch al eeuwen lang goed gegaan. Waarvoor dan al
die veranderingen?’. Men kwam er gewoon niet over uitgepraat. In het
voorjaar van het jaar 1914 krijgen Tijmen en Neel bezoek van de beroemde
Jac. P. Thijsse. Wandelend vanaf de Vecht richting Ankeveen schrijft
Thijsse o.m. in zijn boek DE VECHT (Uitgave: 1915. Verkade & Comp.
Zaandam), ‘We bevinden ons thans op de Hollandsche kade, den toegangsweg
tot de Ankeveensche plassen. Als we een hek zijn over geklommen,
bevinden we ons in het eigenlijke veenland. De dijk alleen geeft vaste
bodem, daaromheen is alles dras. Links zien wij de lange plassen,
afgewisseld met smalle strooken land. In de elzen langs de oever zingen
rietzangers en wat verder, waar dichte rietbosschen staan, weergalmt het
onophoudelijk geroep van kleine en groote karekieten. Na een minuut of
tien bereiken we een klein huisje onder hooge schietwilgen, daar woont
een visscher en jager. Op ‘t erf ligt een stapel van zeer eenvoudig maar
kunstig gevormde houten lokeendjes, die in den winter en ‘t voorjaar
gebruikt worden bij de jacht op de trekeenden, die soms bij
tienduizenden op deze plassen komen overwinteren.Langs dit huisje kun je
rechtuit gaan, dan kom je eerst in Ankeveen en verder rechtuit langs een
alleraardigst pad ten slotte in Bussum’.‘Een paradijsje’ zouden we, met
onze welvaartsdeken omgeslagen, in het jaar 2011 zeggen. Vergeet het
maar. Verstoken van zo’n beetje alles zouden we het misschien nog geen
maand volhouden. Op 31 januari 1923 overleed onverwachts op 62- jarige
leeftijd Timotheus (Tijmen) Leurs. Antoon M. Koster (*15-11-1914 - †
27-09-1990) schreef d.d. nov. 1985 in ‘Mijn herinnering aan Tijmen en
Neel van de hut’ over hem: ‘Terug van boodschappen doen kwam hij
halverwege het pad, wat door de regen glad en modderig was geworden, te
vallen en kon niet meer overeind komen. Hier is hij overleden. Op een
wasserij-kruiwagen werd hij eerst
naar de hut gereden en daarna met een roeiboot naar het lijkenhuis bij
het kerkhof gebracht’. Hij werd begraven dd. 3 februari 1923 op de r.-k.
begraafplaats op het Hollands End. Op de dag van de begrafenis was het
precies 41 jaar geleden dat de moeder van Neel overleed. Antoon M.
Koster: ‘Zo bleef Neel alleen achter en hield dat leven nog jaren vol
totdat zij ziek werd en moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Nu zag
de (Ankeveense) gemeenschap de kans schoon. Sloopte de hut, verkochten
de kippen en richtte één van de 12-huizen voor haar in waar zij haar
oude dag kon doorbrengen. Het was echter een vergissing. Nog maar net in
haar nieuwe huis kreeg zij al heimwee en wilde terug naar de Dammerkade.
De klompenmaker Gerard van Laere bouwde op de oorspronkelijke plaats een
nieuw huisje voor haar, kocht een koe, een kalf en een geit en het leven
van Neel ging weer zijn oude gang’. Er werden weer als vanouds
boodschappen gedaan, een bezoekje gebracht bij vriendin Lien Verhoeven,
schillen opgehaald en de zondagse mis bijgewoond. Zaterdagavond 6 april
1940: Neel had wat boodschappen gedaan en hier en daar schillen
opgehaald. Het was koud die dag en er waaide een
gure noordooster wind. Na dat Neel een bezoekje had gebrachtbij vriendin
Lien stak ze de weg over om ook nog even bij Antoon en Dit Hageman, die
er tegenover woonde, aan te gaan om wat schillen te gaan ophalen.
Vanuit de warme kamer van Lien Verhoeven had zij waarschijnlijk de kraag
hoog opgestoken zodat zij de plotseling uit het duister opdoemende
autobus niet zag. Ernstig verwond aan haar hoofd en beide benen werd zij
even later naar het Majella ziekenhuis in Bussum gebracht. Zij overleed
enkele uren later. Met haar overlijden ‘verloor het dorp één van
Ankeveens grootste persoonlijkheden’ schreef het dagblad ‘De Gooi- en
Eemlander’ in haar editie van 8 april 1940. De nieuwe tijd had haar
sneller ingehaald dan dat zij ooit heeft gedacht. Gaat u nu, anno 2011,
nog eens kijken op de hoek van de Dammerkade en de Oude Goog. Misschien
vindt u er nog enkele stukjes vaatwerk. Het landschap is er de afgelopen
honderd jaar nauwelijks veranderd. Als u goed luistert hoort u op deze
plek, van heel ver weg, nog het gekakel van de kippen, het geloei van de
koeien en hetgemekker van de geiten en misschien ..... daar bovenuit, de
stem van Neel die zojuist bezig is aan haar dieren wat schillen te
geven.
Geschreven door
JanVeenman
voor de historische kring en andere belangstellende bedankt Jan.
|